Ga naar hoofdinhoud

JB Meijers speelt een sleutelrol in de hedendaagse Nederlandse popmuziek. Hij maakte deel uit van De Dijk en de band van Acda en de Munnik en produceerde de platen van beide acts en ook die van o.a. Tröckener Kecks, Frank Boeijen, Daryll-Ann en Carice van Houten. JB was medecomponist van Calm After The Storm, het liedje waarmee The Common Linnets bijna het Eurovisiesongfestival wonnen, en hij toerde met die band de halve wereld rond. Ook schreef hij samen met Ilse DeLange de meeste songs voor de Linnets en produceerde hij hun twee albums, terwijl een derde in de maak is. JB Meijers toert ook voortdurend door de Duitstalige landen als musical director en multi-instrumentalist van Peter Maffay en hij maakt deel uit van de Amerikaanse alternatieve rockband Mercury Rev. Recentelijk verscheen For You Baby, zijn duoplaat met Barry Hay. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is staat JB ook nog eens als soloartiest in de Nederlandse theaters. In zijn voorstelling Deltaboy neemt hij zijn publiek mee in een reis door zijn jeugd tot nu, van het weidse landschap van Zeeuws-Vlaanderen tot de Mississippi Delta.  

Waar gaat Deltaboy over?

Feit en fictie lopen door elkaar heen. Ik ben opgegroeid in Zeeuws-Vlaanderen. Toen ik een jaar of 10 was zag ik Golden Earring in een sporthal in Hulst. Dat was een levensveranderende ervaring. Het voelde alsof het iets was dat heel dichtbij mij stond: dat wilde ik ook! Later kwam ik erachter dat blues een constante factor was in alle muziek die ik maakte. Dat werd nog bevestigd toen ik in 2004 voor het eerst de Mississippi Delta bezocht. Het deed me aan Zeeland denken: vlak, waterig, weids, mooi en er was weinig te doen. Ik bedacht me dat zon landschap misschien wel de perfecte voedingsbodem voor de blues is. Toen ik daar eens over sprak met muzikant Howe Gelb van de band Giant Sand zei hij: Eigenlijk ben jij ook een Deltaboy.Dat werd het uitgangspunt van deze voorstelling.

Als je aan de blues en de Mississippi Delta denkt, denk je aan Robert Johnson die op een crossroads, een kruispunt in de weg, zijn ziel aan de duivel verkocht

Precies! In mijn voorstelling vertel ik bij elk liedje dat ik speel een verhaal en laat dát verhaal nu de rode draad zijn die door mijn voorstelling loopt. Ik vroeg mij af: zou ik mijn ziel aan de duivel verkopen om zo een succesvol muzikant te worden? De duivel, dan denk ik aan een man met een spits gezicht, een lange neus en achterovergekamd haar. Ik ben hem heel vaak tegengekomen. Ik zat in een bands met mensen die duivelse trekjes hadden. Het zou toch niet zo zijn dat? Haha, nee hoor, het is niet zo zwaar als het nu misschien klinkt, er kan veel en vaak gelachen worden.

Is het louter blues wat je speelt?

In tegendeel. Zie het als blues in de breedste zin van het woord. Ik kijk terug op mijn jeugd en lardeer dat met eigen liedjes en liedjes die veel voor me betekend hebben. Daar zit ook een song van bijvoorbeeld Robert Johnson tussen, maar het gaat meer om de melancholie in veel songs die mij aanspreekt. Zie het als een rijke schakering van uiteenlopende liedjes, met bijvoorbeeld iets dat mijn oma werkelijk overkomen is tot grappige verhalen waarbij waarheid en fantasie door elkaar heen lopen.

Breng je ook muzikanten mee?

Nee, ik sta in mijn eentje op het podium en speel piano en gitaar, en ook de bugel en de dobro. En ik schuw de technologie niet. Zo heb ik een looper-pedaal, waarmee ik als het ware deejay met mijn voeten: terwijl ik speel en zing, druk ik m met een voet in en dan speelt het ding zelf opgenomen muziek af, of herhaalt het fragmentjes die ik net gespeeld heb.

Frank Lammers regisseerde de voorstelling. Hoe kwam je bij hem terecht?

Frank en ik zijn al heel lang goed bevriend. We hebben ook vaak samen muziek gemaakt, hij kan erg goed zingen. Hij snapt mij en hij snapt muziek. Frank was daarom de meest voor de hand liggende keuze. En dat heeft, bijna vanzelfsprekend, goed uitgepakt.

Je speelt in veel verschillende bands. Hoe is het dan om in je eentje op een podium te staan?

Het is een uitdaging om te zien hoe het zou zijn om het helemaal zelf te doen. Daar bleek bij theaters animo voor te zijn en die kans heb ik met beide handen aangegrepen. Ik heb nog niet zo lang geleden huiskamerconcerten gedaan. Dan kom je in Winschoten of Lisse of Velp bij iemand thuis, die schuift wat meubels aan de kant, nodigt wat vrienden en kennissen uit en dan is het: spelen maar. Nogal het tegenovergestelde van wat ik bij The Common Linnets of Peter Maffay doe. Dat is confronterend maar ik vond dat heel leuk om te doen. Dus in theaters optreden is niet veel anders, behalve dat er meer publiek is. En een groter podium. En een mooi decor. En beter licht en geluid. En goeie regie. Maareen uitdaging.

Delta Boy | JB Meijers

JB Meijers
Back To Top